Treasuryfunctie en -beleid
Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. En dit op een zodanige wijze, dat risico’s en kosten worden geminimaliseerd en opbrengsten worden geoptimaliseerd.
De wettelijke kaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie liggen onder andere vast in de wet financiering decentrale overheden (fido) en de daarbij behorende ministeriële regelingen en de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof). De kaders voor de treasuryfunctie zijn vastgelegd in het Treasurystatuut. Daarin ligt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vast in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Ook besteedt het treasurystatuut aandacht aan de bevoegdheden en administratieve organisatie.
Sinds 2013 houden decentrale overheden overtollige kasmiddelen verplicht aan bij 's Rijks schatkist en mogen middelen eventueel onderling worden uitgeleend.
Beleidskader 2022 - 2025
Voor de komende jaren wordt een financieringsoverschot verwacht dat afneemt van € 30,7 miljoen begin 2022 tot € 1,0 miljoen eind 2025. Deze afname wordt veroorzaakt door een investeringsprogramma van ca. € 30 miljoen. Wanneer het investeringsprogramma volledig conform de begroting uitgevoerd zou worden slaat het financieringsoverschot om in een tekort van ca. € 6,0 miljoen. Het is echter niet realistisch dat het volledige investeringsprogramma conform planning uitgevoerd wordt, vandaar dat rekening wordt gehouden met het niet uitvoeren van € 7 miljoen aan investeringen in de komende begrotingsperiode die tot 2025 loopt. Ook is rekening gehouden met verkopen (vastgoed) voor de periode 2022 – 2025.
Financieringspositie 2022
Begin 2022 bestaat de beleggings- en financieringsportefeuille ad € 32,7 miljoen naar verwachting uit:
Tabel 25 Verwachte beleggingsportefeuille per 1 januari 2022 (bedragen x € 1.000)
Uitgezette c.q. opgenomen middelen | Looptijd | Bedrag per 1 januari 2022 | Gemiddeld rente-percentage | Expiratie |
---|---|---|---|---|
Uitgezette gelden | ||||
BNG rekening courant | 197 | 0,0 | dag.opvr. | |
Langlopende leningen u/g | 2.058 | div. | ||
Schatkistbankieren rekening courant | 30.718 | 0,0 | dag.opvr. | |
Opgenomen gelden | ||||
Belegde spaarpremies hypotheken | -309 | |||
Saldo uitzettingen en opgenomen middelen | 32.664 |
Ontwikkeling liquiditeit
In de berekening van de korte termijn liquiditeitsprognose worden de lange termijn-/ kapitaalmarkt uitzettingen en financieringen buiten beschouwing te worden gelaten. De beleggings- en financieringsportefeuille van begin 2022 heeft naar verwachting een overschot aan kort geld van € 30,7 miljoen. In de loop van 2022 zal dit afnemen tot € 15,6 miljoen. De liquiditeiten worden ingezet worden om de investeringsuitgaven te kunnen doen.
De prognosebalans is opgesteld in de veronderstelling dat van de uit eerdere besluitvorming openstaande (investerings-) kredieten bijna alle plannen gerealiseerd worden en de investeringen voor het grootste gedeelte conform begroting worden uitgevoerd. Er wordt bij de investeringsplanning rekening gehouden met het niet daadwerkelijk uitvoeren van alle investeringen conform de begroting. In het meerjarenperspectief betekent dit dat de komende jaren de kasuitgaven naar beneden bijgesteld zijn.
Tabel 26 Geprognosticeerde balans (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31 december | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|
ACTIVA | |||||
Immateriële vaste activa | |||||
Bijdrage aan activa in eigendom van derden | 46 | 43 | 41 | 39 | 37 |
Materiële vaste activa | |||||
Volgens staat C | 38.784 | 52.545 | 61.552 | 67.667 | 65.521 |
Financiële vaste activa | |||||
Uitzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
langlopende leningen u/g | 2.058 | 2.038 | 2.018 | 1.998 | 1.978 |
Kapitaalverstrekkingen/deelnemingen | 455 | 455 | 455 | 455 | 455 |
Voorraden | |||||
MPG (bouwgrondexploitaties) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitzettingen < 1 jaar | |||||
vorderingen openbare lichamen * | 7.348 | 7.348 | 7.348 | 7.348 | 7.348 |
Rek Courant met Rijk ** | 30.718 | 15.635 | 4.803 | -1.711 | 992 |
Rek Courant niet financieel * | 460 | 460 | 460 | 460 | 460 |
Overig * | 1.035 | 1.035 | 1.035 | 1.035 | 1.035 |
Liquide middelen * | 197 | 197 | 197 | 197 | 197 |
Overlopende activa * | 2.388 | 2.388 | 2.388 | 2.388 | 2.388 |
Totaal activa | 83.488 | 82.144 | 80.296 | 79.876 | 80.410 |
PASSIVA | |||||
Eigen Vermogen | |||||
Algemene reserves | 49.300 | 47.888 | 47.215 | 46.543 | 46.543 |
Bestemmingsreserves | 5.394 | 5.243 | 4.867 | 4.771 | 4.771 |
Resultaat begroting | -120 | 1.369 | 710 | 941 | 379 |
Vreemd Vermogen | |||||
Voorzieningen | 17.341 | 16.062 | 15.912 | 16.019 | 17.106 |
Vaste geldleningen | 144 | 154 | 164 | 174 | 184 |
Kortlopende schulden < 1 jaar * | 7.052 | 7.052 | 7.052 | 7.052 | 7.052 |
Overlopende passiva * | 4.376 | 4.376 | 4.376 | 4.376 | 4.376 |
Totaal passiva | 83.488 | 82.144 | 80.296 | 79.876 | 80.410 |
* Volgen uit de bedrijfsvoering, op basis van het 3-jaarsgemiddelde van de laatste 3 jaarrekeningen.
** De ontwikkeling van het financieringssaldo wordt weergegeven in de ontwikkeling van de post rekening courant met het Rijk.
Netto schuldquote
Omdat Wassenaar geen langlopende geldleningen heeft aangetrokken, geen leningen heeft (door)verstrekt aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, is de netto schuldquote negatief. De verwachte netto schuldquote bedraagt per 1 januari 2022 ongeveer -46,5% en gecorrigeerd voor alle leningen -49,7%. Aan het eind van 2022 zijn deze waarden naar verwachting afgenomen tot respectievelijk -22,4% en -25,4%.
Renteontwikkeling 2022
Sinds de laatste aanpassing van 10 maart 2016 door de Europese Centrale Bank van het tarief voor de herfinancieringsrente bedraagt deze de historisch lage 0,00%. Banken kunnen dus om niet kort geld lenen bij de ECB. Op de interbancaire geldmarkt geldt een 3-maandstarief van -0,55%.
De Nederlandse economie groeit in 2021 naar verwachting met 3,0% (Eurozone 4,8%) en neemt in 2022 met 3,7% toe (Eurozone 4,5%). De Nederlandse inflatie is in 2022 met 1,5% hoger dan het verwachte Euro-gemiddelde van 1,4%. De negatieve korte rente zal door het blijvend ruime monetaire beleid niet noemenswaardig wijzigen. De lange rentetarieven zullen naar verwachting met enkele tiende procenten minder negatief worden maar blijven negatief. Uitgaande van het Economisch beeld van BNG van 16 augustus jl. wordt halverwege 2022 een korte (3 maands)rente van ca. -0,50% tot -0,30% verwacht voor kasgeld.
Rente- en beleggingsresultaat 2022
Het verwachte rente- en beleggingsresultaat in 2022 is € 5.000.
Risicobeheer
Alle treasury-activiteiten vinden plaats binnen de kaders, richtlijnen en limieten als vastgesteld in het Treasurystatuut en overige wetgeving (voor zover deze niet in het Treasurystatuut zou zijn verwerkt).
Toezichtnormen
De kasgeldlimiet stelt een bovengrens aan de netto-vlottende schuld en beperkt daarmee het renterisico op de korte schuld. De limiet wordt bepaald voor korte financiering met een rente-typische looptijd van maximaal 1 jaar en wordt gerelateerd aan het begrotingstotaal.
Met een begrotingstotaal van ca. € 70,5 miljoen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2022 € 5.994.000 (8,5%).
Tabel 27 Prognose kasgeldlimiet 2022 (bedragen x € 1.000)
Prognose kasgeldlimiet 2022 aan het begin van het kwartaal | 1 e kwart. | 2 e kwart. | 3 e kwart. | 4 e kwart. |
---|---|---|---|---|
1. Gemiddeld liquiditeitssaldo (bruto) | 30.915 | 27.144 | 23.373 | 19.602 |
2. Kasgeldlimiet | 5.994 | 5.994 | 5.994 | 5.994 |
3. Ruimte onder de kasgeldlimiet (2+1) | 36.908 | 33.138 | 29.367 | 25.596 |
4. Overschrijding van de kasgeldlimiet (2+1) | - | - | - | - |
5. Minimaal aan te trekken lange financiering 2021 (cumulatief) (4) | - | - | - | - |
Zoals eerder gesteld heeft het liquiditeitsoverschot een structureel karakter dat in de loop van het huidig meerjarenperspectief zal afnemen (dit voornamelijk als gevolg van voorgenomen investeringen).
De kasgeldlimiet wordt in 2022 niet overschreden. Er wordt dus geen lange financiering aangetrokken.
Het renterisico op de lange financiering (langer dan een jaar) wordt beperkt door de renterisiconorm die aangeeft in hoeverre er sprake is van een verantwoord geachte spreiding van aflossingen en herfinanciering in de leningenportefeuille. Spreiding dient te voorkomen dat in enig jaar een relatief groot deel van het vreemd vermogen geherfinancierd dient te worden en/of dat renteaanpassing plaats zal vinden in perioden waarin de rente relatief hoog is.
De renterisiconorm zorgt er voor dat rentestijgingen vertraagd doorwerken op de rentelasten en –baten in enig jaar. Overschrijding van de renterisiconorm betekent dat de gemeente in een bepaald jaar een groter renterisico op de bestaande lange schuld loopt dan de toegestane 20% van het begrotingstotaal.
Ervan uitgaande dat in beginsel eerst in de tijdelijke liquiditeitsbehoefte zal worden voorzien met goedkoper kort geld en dat daarvan slechts wordt afgeweken om overschrijding van de kasgeldlimiet te vermijden en rekening houdend met de vrijvalkalender van de financieringsportefeuille, laat de eerder geschetste ontwikkeling van de gemeentelijke liquiditeitspositie zich vertalen in het navolgende meerjarenbeeld voor de renterisiconorm:
Tabel 28 Prognose renterisico vaste schuld (bedragen x € 1.000)
Renterisico vaste schuld | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
1 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
---|---|---|---|---|---|
2 | Aflossingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Renterisico (1 + 2) | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 | Renterisiconorm | 14.103 | 13.726 | 13.714 | 13.529 |
5a | Ruimte onder renterisiconorm (4-3) | 14.103 | 13.726 | 13.714 | 13.529 |
5b | Overschrijding renterisiconorm (4-3) | ||||
4a | Begrotingstotaal | 70.515 | 68.628 | 68.569 | 67.643 |
4b | percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
4 | Renterisiconorm (4a x 4b) | 14.103 | 13.726 | 13.714 | 13.529 |
Wet Houdbare overheidsfinanciën
Volgens Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). In 2013 is de Wet houdbare overheids-financiën aangenomen waarmee decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen.
De wet komt er op neer dat het begrotingstekort (lees: de geldschepping) door alle mede-overheden (dus inclusief provincies en waterschappen) beperkt dient te blijven tot een jaarlijks afnemende afgeleide norm van voor 2020 inmiddels 0,40% van het bruto binnenlands product (bbp). Om hun EMU-saldo te kunnen monitoren worden voor gemeenten en provincies jaarlijks in de septembercirculaire individuele EMU-referentiewaarden gepubliceerd.
In 2021 bedraagt de referentiewaarde voor Wassenaar uitgaande van de gemeentelijke 0,27%-norm € 2,143 miljoen. In 2021 is het EMU-saldo duidelijk hoger dan de referentiewaarde. Hierin is wel rekening gehouden met alle begrote investeringen. Die zullen in werkelijkheid niet allemaal gerealiseerd worden.
Tabel 29 Berekening EMU-saldo
Berekening EMU-saldo (bedragen x € 1.000) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||||
EMU-SALDO | -7.729 | -15.113 | -10.862 | -6.544 | 2.673 | ||||
EMU-SALDO referentiewaarde (2022 e.v. bij benadering) | -2.143 | -2.373 | -2.143 | -2.055 | -2.000 | ||||
Verschil EMU-saldo & referentiewaarde | -5.586 | -12.740 | -8.719 | -4.489 | 4.673 | ||||
Activa | Financiële vaste | Kapitaalverstrekkingen en leningen | -161 | -20 | -20 | -20 | -20 | ||
Activa | Uitzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Mutaties | Vlottende activa | Uitzettingen | -6.150 | -15.083 | -10.832 | -6.514 | 2.703 | ||
( 1 jan | Liquide middelen | 195 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
tot | Overlopende activa | -24 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
31 dec) | Passiva | Vaste Passiva | Vaste schuld | 6 | 10 | 10 | 10 | 10 | |
Vlottende passiva | Vlottende schuld | 4.613 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Overlopende passiva | -3.030 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Eventuele boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekening Omslagrente
Berekening omslagrente 2022 (bedragen x € 1.000) | |||||
a. | Externe rentelasten over de lange en korte financiering | € | 13 | ||
---|---|---|---|---|---|
b. | Externe rentebaten | € | 18 | - | |
Totaal door te rekenen externe rente | € | 5 | - | ||
c1. | Rente toe te rekenen aan grondexploitaties | € | 0 | - | |
c2. | Rente projectfinanciering toe te rekenen aan taakveld | € | 0 | - | |
c3. | Rentebaten van doorverstrekte leningen indien daar | ||||
projectfinanciering voor is aangetrokken | € | 0 | + | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | € | 5 | - | ||
d1. | Rente over eigen vermogen | € | 0 | + | |
d2. | Rente over voorzieningen | € | 0 | + | |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | € | 5 | - | ||
e. | Werkelijke aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | € | 0 | - | |
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury (voordeel) | € | 5 | - |
Met een negatief toe te rekenen rente is sprake van een omslagrente van 0%. De kapitaallasten bestaan daarmee alleen uit afschrijvingen.
Kasstroomoverzicht (Staat van herkomst en besteding der middelen) | ||
Bedragen x € 1.000 | Begroting 2022 | |
---|---|---|
Toename: | ||
Stortingen in reserves | 1.310 | |
Stortingen in voorzieningen | 3.078 | |
Afschrijvingen | 2.386 | |
Aflossingen verstrekte geldleningen/deelnemingen | 20 | |
Begrotingssaldo | 1.369 | |
totale toename | 8.163 | |
Afname: | ||
Netto investeringen | -16.005 | |
afname vaste schulden | -10 | |
Beschikking over reserves | -2.874 | |
Beschikking over voorzieningen | -4.357 | |
totale afname | -23.246 | |
Mutatie liquide middelen | -15.083 | |
Waarvan: | ||
Afname rekening courant met Rijk | -15.083 | |
Begrotingssaldo (nog niet bestemd) | 1.369 |