Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Op 2 maart 2015 is de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld door de raad van Wassenaar. Deze nota formuleert de kaders voor succesvol risicomanagement. De weerstandsratio van Wassenaar is voor 2022 16,7. Volgens de breed gedeelde normering die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente kan een weerstandsratio van minimaal 2 getypeerd worden als ‘uitstekend’.

Risico’s
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers vervolgens voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Conform de nota “risicomanagement en weerstandsvermogen” toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het overzicht is aangevuld met de getroffen beheersmaatregelen. Bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit gaat het college uit van deze ‘top 10’. De top 10 behelst circa 90% van de totale financiële omvang van de risico’s. Om voldoende dekking te hebben voor deze kleinere risico’s, wordt daarnaast een buffer van 10% (van de benodigde weerstandscapaciteit) van de 10 grootste risico’s gehanteerd.

De top 10 belangrijkste risico’s

Risico

Gevolgen

Maatregelen

Herijking gemeentefonds-
.

De systematiek van de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt vereenvoudigd/herzien. Aanvankelijk werd verwacht dat de aanpassing met ingang van het uitkeringsjaar 2021 in zou gaan maar ongunstige modeluitkomsten voor het klassieke deel van het gemeentefonds hebben er voor gezorgd dat meer onderzoek nodig is. Vanaf 2020 worden er regelmatig voorlopige uitkomsten gepresenteerd die vervolgens in een nieuw beeld weer zijn bijgesteld. De meest actuele stand is gepresenteerd in juli 2021, waarbij is aangekondigd dat de nieuwe verdeelmodellen met ingang van 2023 van kracht zullen gaan worden.
Meest actuele beeld is dat Wassenaar er structureel € 944.000 per jaar op achteruit gaat. De verwachting is dat pas na kabinetsvorming  het definitieve verdeelmodel zal worden vastgesteld. Het is de vraag of 2023 haalbaar zal zijn voor de invoering van dit model

De ontwikkelingen op het gebied van de herverdeling van het gemeentefonds worden op de voet gevolgd.
Door de vele schommelingen en onzekerheden in de uitkomsten van de besluitvorming is besloten om in de begroting vooralsnog geen rekening te houden met negatieve structurele effecten van de voorgenomen herziening op basis van de meest actuele cijfers.
Voor 2023 betreft het risico op basis van de huidige inzichten een nadelig effect van € 393.000 (€ 15 per inwoner), voor 2024 met € 786.000 (€ 30 per inwoner), en voor 2024 en verder een bedrag van € 944.000 (€ 36 per inwoner). Met name dit laatste bedrag kan nog fluctueren. De andere genoemde bedragen zijn gemaximeerd op een effect van € 15 per inwoner per jaar. Dit is staand beleid wat naar het zich laat aanzien gehandhaafd blijft.

Structurele meerkosten als gevolg van de ontvlechting van de GR WODV naar de gemeenten*

Per 1 september 2021 heeft de gemeente weer een eigen ambtenarenapparaat. Bij een zelfde kwantiteit en kwaliteit van dienstverlening bestaat er een risico dat een structurele kostenstijging zal plaatsvinden. in de afgelopen jaren zijn immers op meerdere terreinen regelgeving, beleid, uitvoering van beleid en veel primaire processen tussen de twee gemeenten geharmoniseerd. Als gevolg daarvan is het mogelijk geweest om de taken met minder personeel uit te voeren. Het doorknippen van de organisatie betekent dat de voordelen van harmonisatie vervallen.

Door binnen een kleinere organisatie taken slimmer te organiseren en meer opgavegericht te gaan werken zijn er ook besparingen te realiseren.

Een optie is om indien nodig het ambitieniveau bij te stellen.

Verantwoordelijkheid Sociaal Domein (jeugdzorg)

De jeugdzorg betreft een open einde regeling. De stijging van de doelgroep, stijging van de zorgkosten en de toenemende vraag naar complexe zorg zijn de belangrijkste factoren. Ook corona kent een financieel effect.

Voor jeugd is op 1 april 2021 door de raad besloten tot het verlengen en uitbreiden van het bestaande actieplan jeugd. Door te investeren in innovatie, preventie en het versterken van de toegang wordt getracht om op termijn de kosten voor jeugdzorg terug te dringen. De aanvullende investeringen worden tot en met 2024 incidenteel gedekt door middel van onttrekkingen uit de reserve Sociaal Domein.
In de zomer van 2021 is de hervormingsagenda jeugd aangekondigd incl. aanvullende financiële middelen. De middelen zijn opgenomen in onderliggende begroting, maar de hervormingsagenda zelf is nog niet beschikbaar. Dit betekent dat niet bekend is of er extra taken richting de gemeente komen en of er wellicht sprake is van een prijsopdrijvend effect. Op dit moment maken de middelen onderdeel uit van het positieve begrotingssaldo en zijn daarmee beschikbaar om eventuele aanvullende jeugdzorgkosten te dekken.

Verantwoordelijkheid Sociaal Domein (Wmo)

Binnen Wmo is als gevolg van het invoeren van het abonnementstarief per 1-1-2019 een stijging van de cliënten zichtbaar. Het gaat dan met name om cliënten die gebruik maken van huishoudelijke ondersteuning.

Op 21 september 2021 heeft de raad besloten tot het doorvoeren van kostenbesparende maatregelen om daarmee de groei van kosten voor de Wmo te stoppen. Ook wordt er geïnvesteerd in tijdelijke maatregelen, zoals een communicatiecampagne. De aanvullende investeringen worden tot en met 2024 incidenteel gedekt door middel van onttrekkingen uit de reserve Sociaal Domein.

Hogere incidentele kosten voor de opbouw van de gemeente Wassenaar met een eigen ambtenarenapparaat

Aan de opbouw van de gemeente Wassenaar zijn incidentele kosten verbonden. Het betreft onder andere projectkosten, ICT, personeel en communicatiekosten. Hiervoor zijn incidentele middelen vrijgemaakt en gereserveerd. Deze reservering kan ontoereikend blijken te zijn.

De opbouw strak projectmatig aansturen en monitoren en waar nodig ambities bijstellen.

Arbeidsmarkt: Het aantrekken en behouden van voldoende en kwalitatief goed personeel is afhankelijk van de aantrekkingskracht van Wassenaar en het aanbod op de arbeidsmarkt. Wassenaar is gestart met vrij veel vacatures. Het is voor sommige functies lastig om geschikte kandidaten te vinden. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door krapte op de arbeidsmarkt en leidt tot extra inhuur.

De noodzaak om in te huren wordt steeds groter, wat hogere kosten met zich meebrengt.

Taken kunnen in het gedrang komen en kennis kan verdwijnen.

Wassenaar heeft een arbeidsmarktcampagne gelanceerd om vacatures te kunnen vervullen.

Een groter beroep op uitkeringsregelingen (open einde regeling Wet BUIG bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan de gemeenten). Door economische ontwikkelingen, onder andere als gevolg van corona wordt een groter beroep gedaan op de uitkeringsregelingen. De gemeente loopt het risico dat de lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in negatieve zin afwijkt van de landelijke ontwikkeling waardoor de rijksbijdrage tekortschiet. Ook bestaat het risico dat de gemeente niet in aanmerking komt voor de Vangnetregeling omdat niet aan alle voorwaarden wordt voldaan. Het maximale risico is voor 2022 gemaximeerd op 10%.

Budgetoverschrijding. Niet iedereen kan voldoende ondersteund worden in participeren in de samenleving.

Met ingang van 2017 wordt het maximale eigen risico niet meer geheel geraamd in de begroting, maar wordt reëel geraamd. Er wordt extra ingezet op uitstroombeleid met een arbeidsmarktoffensief, jeugdwerkgelegenheidsplan en reguliere participatiemiddelen waardoor aan de voorwaarde van de vangnetuitkering wordt voldaan. Er zijn goede werkprocessen geïmplementeerd voor poortwachtersfunctie, beheer lopende uitkeringen, beëindigingen etc.

Achterstallig onderhoud in de openbare ruimte. De afgelopen jaren is de gemeente bezig geweest om beheerplannen op orde te brengen. Daardoor is het daadwerkelijk onderhoud op wegen voor een deel achtergebleven.

Doordat aan de uitvoering van onderhoud minder aandacht is besteed, ontstaat het risico op schadeclaims.

Het onderhoud van de openbare ruimte wordt uitgevoerd en de beheerplannen zijn inmiddels geactualiseerd.

De uitbraak van het coronavirus en de ontstane coronacrisis sluimeren voort

De uitbraak van het coronavirus en de ontstane coronacrisis hebben grote gevolgen. Gevolgen voor de gemeente zijn tegenvallende inkomsten voor toeristenbelasting en precario (terrassen), gestegen uitgaven aan sociale bijstand, sport- en cultuurvoorzieningen en verkiezingen. Vooralsnog worden gemeenten vanuit het rijk gecompenseerd voor de korte termijn gevolgen, echter het virus is nog niet volledig bedwongen en ook de lange termijn gevolgen zijn onzeker.

De ontwikkelingen op het gebied van de coronacrisis worden op de voet gevolgd.

De invoering van de Omgevingswet is een complex traject waarvoor mogelijk te weinig budget is begroot voor invoeringskosten.

Extra kosten om de invoering van de Omgevingswet mogelijk te maken.

De kosten m.b.t. de invoering van de Omgevingswet worden constant gemonitord en indien nodig worden voorstellen aan de gemeenteraad voorgelegd om bij te sturen.

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de verhouding weer tussen de financie el gekwantificeerde risico’s en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten is in onderstaande figuur weergegeven.
De beschikbare weerstandscapaciteit betreft het bedrag van de algemene reserve.
De benodigde weerstandscapaciteit is het resultaat van het financiële effect van bovengenoemde risico's maal de kansinschatting dat het risico zich voordoet. Hier ligt dus een berekening aan ten grondslag.

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

€ 49.300.000

=16,7

Benodigde weerstandscapaciteit

  € 2.945.333

De raad wil graag in categorie A zitten, minimaal een ratio van 2,0, dit staat voor een uitstekend weerstandsvermogen. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen gehanteerd, die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente. Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen.

Kwalificatie ratio weerstandsvermogen

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Wassenaar is derhalve uitstekend.

Kengetallen
Per 2015 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. In de begroting en jaarrekening dient een zestal kengetallen opgenomen te worden. De kengetallen maken het de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. Eerst wordt de samenvatting van de kengetallen weergegeven gevolgd door een toelichting.

Indicatoren Wassenaar (%)

Normen VNG
(%)

Kengetallen:

2020

2021

2022

Voldoende

Matig

Onvoldoende

Verslag

Begroting

Begroting

1a. Netto schuldquote

-56

-32

-23

<100

>100 / <130

<130

1b. Netto schuldquote
gecorrigeerd voor verstrekte
leningen

-59

-36

-26

2. Solvabiliteitsratio

68

70

66

>50

<50 / >30

<30

3. Structurele exploitatieruimte

1,94

0,87

0,78

>0,6

<0,6 / >0

0

4. Grondexploitatie

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Geen norm

5. Belastingcapaciteit

163

168

172

<100

>100 / <120

>120

1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van begroting en jaarverslag. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' voor door rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug, bijv. SVN-startersleningen en ambtenarenhypotheken). Op beide indicatoren scoort de gemeente Wassenaar negatief, dat betekent dar er per saldo geen sprake van een schuld is maar van bezit hetgeen uiteraard meer dan 'voldoende' scoort.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) is gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). Wassenaar scoort met 66% volgens de VNG-normen meer dan 'voldoende'.

3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. De Wassenaarse begrotingsruimte is gedaald ten opzichte van het jaarverslag 2020 en de begroting 2021, maar is volgens de VNG-normen voldoende.

4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wassenaar kent geen grondexploitaties derhalve is deze indicator niet relevant.

5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingcapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente al de eigen inkomsten aanspreekt en dus ook beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. De woonlasten in Wassenaar liggen hoger dan het landelijk gemiddelde en zijn ook verder gestegen ten opzichte van het jaarverslag 2020.

Conclusie voor de financiële positie
De ontwikkeling van de kengetallen geeft aan dat Wassenaar een uitstekende vermogenspositie heeft, voldoende structurele exploitatieruimte heeft en geen risico loopt op (niet ingenomen) grondposities. Daar tegenover wordt geconcludeerd dat de lastendruk landelijk vergeleken hoog is.

Deze pagina is gebouwd op 10/22/2021 14:28:49 met de export van 10/13/2021 11:37:05